Ruimte voor verschil

De laatste weken sluit ik me steeds meer af voor zorgnieuws. Mantelzorg, ouderenzorg, machtswellustige zorgverzekeraars.... ik voel me machteloos bij zoveel negatief geweld en wil er even niets meer mee te maken hebben. Ik probeer me te richten op de gewone dingen van het leven en was mijn ramen en gordijnen. Toch moet ik die avond naar een tehuis waar demente bejaarden wonen om te spreken over mantelzorg. Om het gesprek aan te gaan met mantelzorgers en zorgmedewerkers over 'samen dingen doen'. Met enige tegenzin rijd ik naar Helmond. Een hoofd vol weerzin en vooringenomenheden, me afvragend waar ik eigenlijk mee bezig ben. Als ik 's avonds laat naar huis rijd weet ik het weer.....


Geen urine
Ter voorbereiding hebben Marjo Brouns en ik in november een heel plezierig kennismakingsgesprek met een delegatie van de projectgroep die de samenwerking tussen medewerkers en familieleden van bewoners (mantelzorgers) wil verbeteren. In die projectgroep zitten zowel medewerkers als mantelzorgers. Ine, leidinggevende van de twee afdelingen die in de pilot betrokken zijn, is een zeer betrokken gastvrouw. Carol is de hartelijke adviseur vrijwilligers en mantelzorg. We spreken af dat Marjo en ik een inleiding houden, waarna medewerkers en mantelzorgers in gemengde samenstelling in kleine groepjes een aantal stellingen zullen bespreken. Na afloop van het kennismakingsgesprek vraagt één van de mantelzorgers of ik zin heb om even te kijken in de woonunit van haar moeder. Ik kan er niets in herkennen van hoe de situatie in de Nederlandse verzorgingshuizen op dat moment in de media wordt afgeschilderd. Hier ademt alles rust, reinheid en regelmaat. Ik heb er zin in om op 27 januari te komen spreken.


Verharding
In de tijd tussen het kennismakingsgesprek en de bewuste avond is de landelijke 'zorgcrisis' gegroeid. Ook is de kijk op 'vreemde mensen' aangescherpt door de terroristische aanslagen in Parijs. Ik merk dat het me toch beïnvloed, ook al wil ik dat niet. Opeens ga ik ook de verschillen tussen Amsterdammers en Groningers zien. Tussen mezelf en die Brabanders in Helmond waar ik die avond naartoe moet. Die Brabanders met hun grote gezinnen, hun gezelligheid, hun indirecte communicatie. Jeetje... wat moeten ze eigenlijk met een Groninger zoals ik? Wat heb ik daar te zoeken? En dan die zorg en dat gedoe met die bezuinigingen. Ik wilde er toch even niets meer mee te maken hebben?  Wat moet ik in vredesnaam in zo'n psycho- geriatrische instelling? Gelukkig heb ik van tevoren nog telefonisch contact met Carol en ook het Limburgse accent van Marjo doet mijn negatieve stemming enigszins verzachten.


En dan....
Om half zeven verzamelen we ons met alle gespreksleiders om nog één keer het programma voor de avond door te nemen. Ine en Carol hebben alles tot in de puntjes voorbereid. Marjo en ik nemen nog even door wat we zo ongeveer gaan vertellen en dan gaan we naar de zaal. Zo'n 70 mensen, mantelzorgers en medewerkers, hebben zich verzameld. Koffie, een gebakje.... de sfeer is warm en gemoedelijk. Teammanager Ine heet iedereen welkom en Marjo en ik doen ons verhaal. Daarna verspreidt iedereen zich over de verschillende gesprekstafels. De flapover ligt klaar. Als gespreksleider vraag ik iemand om hier aantekeningen op te maken. De jonge vrouw, ik noem haar Sira, met prachtige hoofddoek, meldt zich enthousiast om te schrijven. We buigen ons over de vraag: 'Wat hebben we elkaar te bieden?'. "We moeten elkaar serieus nemen", is het eerste wat geopperd wordt. Sira begint te schrijven. 'Siriejoes nemen' schrijft ze, en ze vraagt aan haar buurvrouw om haar te helpen het woord 'serieus' goed te schrijven. Het leidt af van het gesprek en even denk ik.... dit wordt niks met dat schrijven, wie zou het over kunnen nemen?,  maar gelukkig slik ik het in. We besluiten met elkaar dat het niet perfect hoeft. Ze gaat verder.... ze heeft er duidelijk moeite mee het gesprek te volgen en te schrijven tegelijk, maar het doet er niet toe. Tegelijkertijd vertelt ze hoe er op haar afdeling oud Hollandse kinderliedjes worden gezongen. "Thuis oefen ik die liedjes met mijn kinderen", zegt ze. De jongste is twee.... Ik zie het voor me. Een Somalische moeder die met haar in Nederland geboren kinderen oud Hollandse kinderliedjes zingt.... Over inburgering gesproken. Sira is duidelijk trots. Trots op haar werk als verzorgende, trots op zichzelf.... en (schrijf)fouten maken mag. Geweldig, ik word er helemaal blij van.


Openheid
De vier mantelzorgers aan mijn tafel zijn al even trots en tevreden. Ze ervaren dat ze welkom zijn in het tehuis. Dat ze hun gang mogen gaan in het helpen. Dat initiatieven als samen koken, of andere dingen doen, op prijs worden gesteld. Afstemming tussen mantelzorgers en medewerkers lijkt bijna vanzelf te gaan. Alles ademt een sfeer van openheid. Ook dingen die niet kunnen, of niet goed vallen kunnen worden benoemd. Er is nog een medewerker met een duidelijk buitenlands accent. "Soms moet je mantelzorgers ook tegen zichzelf beschermen", zegt ze liefdevol. "Ik stuur wel eens een dochter weg als ik zie dat ze het eigenlijk niet meer aan kan". Als ik zie hoe respectvol er aan deze tafel tussen mantelzorgers en medewerkers gecommuniceerd wordt, dan geloof ik dat er inderdaad goed op dat 'wegsturen' wordt gereageerd. Eén mantelzorger geeft aan dat ze het zo jammer vindt dat er minder activiteitenbegeleiding wordt gegeven omdat ze het zo leuk vond om dat samen met de activiteitenbegeleidster te doen. Ze biedt vervolgens aan om zelf activiteiten met bewoners te gaan doen als er mensen zijn die dat samen met haar zouden willen oppakken. En zo ontstaat het idee voor het plaatsen van dergelijke oproepen op het prikbord op de afdeling.
Ik ben verrast over de uiterst positieve houding van deze mensen en de bereidheid elkaar te helpen.
Toen Sira tot besluit alles moest samenvatten in één zin zei ze: 'Goed naar elkaar luisteren'.


Verstaan...
In de pauze kwam de andere vrouw met buitenlands accent naar me toe. Ik vroeg waar ze vandaan kwam. Ze vertelde hoe ze zo'n 25 jaar geleden met haar man uit Afghanistan naar Rusland vluchtte. Dat ze daar na twee jaar haar rechtenstudie beëindigde toen haar kinderen geboren werden. En... hoe ze op haar 23e weduwe werd omdat haar man werd neergeschoten... met twee piepjonge kinderen. Met twee kleine kinderen kwam ze naar Nederland en volgde hier een zorgopleiding. "Ik vind het zo mooi om met mensen te werken op deze manier. Dit geeft me het gevoel iets goeds voor mensen te kunnen doen". Ik vroeg haar of het cultuurverschil soms geen probleem is om mensen met dementie die teruggrijpen naar hun verleden te begrijpen. "Nee, ik communiceer vooral vanuit mijn gevoel", vertelde ze, "dan maakt het niet meer zoveel uit dat ik niet alles weet".


Taal van het hart
Mijn avond kan niet meer stuk. Hier krijg ik in een notendop gepresenteerd hoe mensen zich met elkaar kunnen verbinden. Of ze nu mantelzorger zijn of beroepskracht, of ze nu dement zijn of uit Afghanistan of Somalië komen, of ze nu Brabander of Groninger zijn.... hier spreekt de taal van het hart. En de ruimte daarvoor wordt geboden door teammanager Ine die alle medewerkers en familie bij naam kent, die haar team betrekt in waar ze mee bezig is. Die mensen de ruimte biedt om te leren, om mens te zijn. In zo'n omgeving is er ruimte voor verschil. En dat is waar het mij om gaat.





Reacties